Het is Dr. D.J. Koster, die in 1872 als hoofdredacteur van het tijdschrift “De gids in het plantenrijk”, oproept tot het houden van jaarlijkse bijeenkomsten voor plantenliefhebbers. Dat lukte en er werd besloten tot het oprichten van een vereniging die de basis werd van de Koninklijke Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde (KMTP).. Een belangrijke doelstelling was het geven van onderwijs en na vier jaar werd een Rijkstuinbouwschool in Frederiksoord opgericht. Verder werden tentoonstellingen en andere vaktechnische zaken opgepakt zoals tuinbouwveilingen. Het is een organisatie van vakmensen zoals tuinbazen en hoveniers van landgoederen. De gewone consument komt er nog niet aan te pas. In 1923 wordt het predicaat “koninklijk” ontvangen (een grote eer!) en in 1925 wil men toch een groter publiek bereiken door het organiseren van “Moederdag”. Achteraf een groot commercieel succes!
In de oorlogsjaren zakt het ledental. Sierbloemen zijn van minder belang; tabaksplanten en moestuinen leveren wat op. Na de oorlog wordt ook de ‘gewone’ tuinliefhebber vaker lid omdat deze heeft ontdekt dat hier kennis is te verkrijgen.
In juli 1899, werd besloten om een aparte vereniging op te richten in Baarn. Tot die tijd waren leden van Baarn lid bij de 'Afdeeling Gooi en Eemland'.
In de negentiger jaren van de vorige eeuw wordt de naam Groei & Bloei naar voren gehaald ten koste van de KMTP.
In 2025 zijn er ongeveer 120 afdelingen in Nederland met rond de 24.000 leden.